maandag 19 maart 2018

Ophouden met tellen

Ergens in de prehistorie zijn mensen gaan tellen. En wij zijn er nog steeds niet mee opgehouden, ondanks de vele hints dat het leidt tot een hoop ellende. Elk jaar wordt Scrooge weer opgevoerd met kerst en Mirjam Rasch voert een antikwanti campagne. Ja, het verplichte rekenonderwijs leidt tot verdrietige kinderen, die andere dingen best heel goed kunnen.

Volgens de moderne wetenschap dient alles wat het predikaat wetenschappelijk heeft telbaar of meetbaar te zijn. De financiering van de wetenschap zelf is hier ondertussen afhankelijk van geworden. Ook het tellen moet geteld worden, ondanks 40 jaar pogingen om postmoderniteit in te voeren in de academische gremia, zodat er meer naar de context dan naar de cijfertjes gekeken zou worden. Helaas bestaat de maatschappelijke context momenteel vooral uit cijfertjes, we leven onder de knoet van het economisch liberalisme. Liberaal betekende toch vrij??

Christus had iets op tellen tegen, dat blijkt uit het feit dat hij de geldwisselaars bij de tempel verjoeg. Maar het Christendom is weer in het slop geraakt. In  de middeleeuwen kon je aflaat betalen, en nu betaal je kerkbelasting als je lid bent van een kerk.

Sommige tellers begrepen de gevolgen van hun getel: Einstein, pacifist en grootste cijferkeizer aller tijden, grondlegger van de bom aller bommen. Hij wist wat hij uitgevonden had en kon het niet meer on-uitvinden.

De Sumeriërs hebben het tellen geprofessionaliseerd. Daar hebben ze ruim de tijd voor genomen, het heeft zo'n duizend jaar geduurd om van "tokens" naar het spijkerschrift telsysteem te komen. De grootste hobbel die genomen moest worden was om het teken voor het getal los te koppelen van hetgeen geteld wordt. Als in een zak 3 eenheden graan zaten, dan werden er drie graansymbooltjes op getekend. Bij grotere hoeveelheden graan werd dit onhandig, dus werd er een graantel-systeem bedacht. Elke handelsgoed had zijn eigen telsysteem. Zo zijn er minstens 60 telsystemen voor verschillende goederen bekend, waarbij men niet alles in 60-tallig stelsel deed, maar voor verschillende goederen verschillende stelsels werden gebruikt. Pas tijdens de Ur III dynastie werden de getallen geabstraheerd van de goederen.

Als je nu denkt dat wij helemaal vrij zijn van de koppeling tussen getal en hetgeen geteld wordt dan heb je mis. De telling van de tijd houdt nog hardnekkig vast aan het sexegesimale stelsel. Waarom is tijdtelling zo taai en onbenullig onlogisch? Men heeft wel eens pogingen ondernomen om de tijd ook de vertientalligen, maar die pogingen zijn hopeloos gestrand.

In "the phycisist and the philosopher" van Jimena Canales staat de discussie over tijd centraal. Dit boek brengt de moeilijke relatie tussen Einstein en Bergson opnieuw tot leven. Je zou de discussie kunnen reduceren tot objectieve tijd (Einstein) en subjectieve tijd (Bergson). Maar dat is veel te kort door de bocht. Voor Einstein was meetbaarheid de sleutel. Zijn clan ging dus naarstig op zoek naar niet-discutabele standaarden.
Bergson vond dit een onzinnige bezigheid in relatie tot tijd, omdat de "werkelijke" tijd een door gebeurtenissen in het heden steeds aangroeiende historie is. Tijd is dus continue opeenstapeling van gebeurtenissen. Volgens Bergson is er niet zoiets als een "chronon", vergelijkbaar met een electron of een proton. Tijd is van een andere aard, en de beschrijving van "werkelijke" tijd is het domein van de filosofie, niet van de natuurkunde. Natuurkunde heeft de beperking dat het alleen naar het meetbare kan kijken. Einstein heeft de discussie gewonnen, en Bergson is grotendeels in de vergetelheid geraakt. Hoewel, de laatste jaren plopt hij toch wel weer regelmatig op.

Na het lezen van dit boek wil ik de theorie opperen dat de telling van tijd zich niet heeft kunnen losmaken van de tijd zelf omdat het tellen van tijd heel sterk verbonden is met onze ervaring van tijd. En onze ervaring van tijd is sterk verbonden met de gebeurtenissen en natuurlijke ritmes om ons heen en in ons lichaam en geest. Blijkbaar past 60, 24, 7, 28/30/31, 365/366 daar beter bij dan veelvouden van 10. Anders waren we al lang op tientallen overgegaan.

Als we op zouden houden met tellen, dan zouden we de tijd heel anders beleven. Onze manier van in de wereld zijn, ons dasein, onze geworpenheid, om Heidegger er eens bij te halen, is in de tijd.

Gisteren, filosofie café in Borne een lezing over psychiater/filosoof Irving Yalom. Die liet zijn patiënten een lijn tekenen en daarop moesten ze aangeven hoe ver ze in hun leven al op die lijn waren. Het grappige is dat die lijn geen lengte heeft. Je kunt hem niet meten. Hij is niet meetbaar.

Het is mijn vak om van getallen plaatjes te maken en van plaatjes weer getallen. Ik maak kaarten en analyses van kaarten. Steeds maak ik een vertaling van getal naar kaart en van kaart naar getal. En eigenlijk vind ik getallen best wel leuk. Als puzzeltje....

Speciaal voor mijn buurman heb ik een kleitablet gemaakt met de tekst "Hou op met tellen". Helaas niet in het Akkadisch, want dat beheers ik niet. Maar wel in een soort van fonetisch Nederlands.